Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. erfelijkheid:
  2. erfelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor erfelijkheid (Nederlands) in het Duits

erfelijkheid:

erfelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de erfelijkheid
    die Vererbung; die Erblichkeit

Vertaal Matrix voor erfelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erblichkeit erfelijkheid genetica; overerving
Vererbung erfelijkheid overerving; overname

Verwante woorden van "erfelijkheid":


Wiktionary: erfelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
erfelijkheid Erbschaft inheritance — the hereditary passing of biological attributes from ancestors to off-spring
erfelijkheid Ahnenähnlichkeit; Atavismus atavisme — biologie|fr réapparition, chez le descendant, d’un ou plusieurs caractères qui avaient appartenu à un de ses ancêtres, sans se manifester dans les générations intermédiaires.

erfelijk:

erfelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. erfelijk (overdraagbaar)
    erblich

Vertaal Matrix voor erfelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erblich erfelijk; overdraagbaar

Verwante woorden van "erfelijk":


Wiktionary: erfelijk

erfelijk
adjective
  1. von den Genen verursacht

Cross Translation:
FromToVia
erfelijk erblich hereditary — which is passed on as inheritance
erfelijk Erb- hereditary — of a title, honor or right: granted to somebody's descendant after that person's death
erfelijk Erb- hereditary — of a person: holding a hereditary title or rank
erfelijk erblich hereditary — of a disease or trait: passed in the genes