Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bungalow:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bungalow:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bungalow (Nederlands) in het Duits

bungalow:

bungalow [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bungalow
    der Bungalow
    • Bungalow [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bungalow:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bungalow bungalow

Verwante woorden van "bungalow":

  • bungalows, bungalowtje, bungalowtjes

Wiktionary: bungalow

bungalow
noun
  1. woning of vakantiehuis zonder bovenverdieping



Duits

Uitgebreide vertaling voor bungalow (Duits) in het Nederlands

Bungalow:

Bungalow [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bungalow
    de bungalow
    • bungalow [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bungalow:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bungalow Bungalow

Synoniemen voor "Bungalow":


Wiktionary: Bungalow

Bungalow
noun
  1. woning of vakantiehuis zonder bovenverdieping