Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aftreksel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftreksel (Nederlands) in het Duits

aftreksel:

aftreksel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het aftreksel (afkooksel)
    Extrakt; der Sud; der Aufgüß
    • Extrakt [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Sud [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufgüß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aftreksel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufgüß afkooksel; aftreksel
Extrakt afkooksel; aftreksel grondplan; plattegrond; stadskaart
Sud afkooksel; aftreksel

Verwante woorden van "aftreksel":

  • aftrekseltje, aftrekseltjes

Wiktionary: aftreksel

aftreksel
noun
  1. een vloeistof waarin men de oplosbare delen van iets heeft laten oplossen