Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: administrateur

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: administrateur

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

administrateur:
- Administrator; Buchhalter; Buchführer; AD-Beamter
Wiktionary:
- administrateur → Administrator, Verwalter, Verweser, Direktor, Leiter, Vorsteher, Bürgermeister, Gemeindepräsident

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor administrateur (Nederlands) in het Duits

administrateur:

administrateur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de administrateur (boekhouder; beheerder; intendant; referendaris)
der Administrator; der Buchhalter; der Buchführer
- Administrator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Buchhalter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Buchführer [der ~] zelfstandig naamwoord
de administrateur
AD-Beamter
- AD-Beamter

Vertaal Matrix voor administrateur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Administrator	administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris	Administrator; administrator; beheerder; computerbeheerder; sysadmin; systeembeheerder
Buchführer	administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris
Buchhalter	administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris	boekhouder
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Administrator		Administrator; Administrator-account; ingebouwde administrator; ingebouwde administratoraccount
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
AD-Beamter	administrateur

Verwante woorden van "administrateur":

administrateuren, administrateurs

Wiktionary: administrateur

Cross Translation:

From	To	Via
• administrateur	→ Administrator; Verwalter; Verweser	↔ administrateur — Personne qui régir les biens, les affaires d’une société, d’un grand établissement, d'un site internet etc.
• administrateur	→ Direktor; Leiter; Vorsteher; Administrator; Verwalter	↔ directeur — Personne qui dirige un établissement, un service
• administrateur	→ Administrator; Verwalter; Verweser	↔ gérant — Celui, celle qui gérer, qui administrer pour le compte d’autrui.
• administrateur	→ Administrator; Verwalter; Verweser	↔ régisseur — Celui qui régir, qui gérer par commission et à la charge de rendre compte.
• administrateur	→ Bürgermeister; Gemeindepräsident	↔ syndic — Celui qui élire ou désigner pour gérer les affaires d’une collectivité.