Aanwinst: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

aanwinst:
- ankauf; Zunahme; Ansteigung; Zuwachs; Anwachsen; Ansteigen
Wiktionary:
- aanwinst → Erwerb, Gewinn
- aanwinst → Kauf, Errungenschaft, Erwerb, Erwerbung, Anschaffung, Akquisition, Neuerwerbung, Neuanschaffung, Erworbenes, Akquise

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanwinst (Nederlands) in het Duits

de aanwinst (aankoop; acquisitie; aanschaf; boodschap; aangekochte; koop)
der ankauf
- ankauf [der ~] zelfstandig naamwoord
de aanwinst (toename; verhoging; vermedevuldigen; toeneming; stijging; uitbreiding; aangroei; groter worden; groei; expansie; vermeerdering; aanwas; versterking)
die Zunahme; die Ansteigung; der Zuwachs; Anwachsen; Ansteigen
- Zunahme [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ansteigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuwachs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anwachsen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ansteigen [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ansteigen	aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking	klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
Ansteigung	aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking	beklimming; bestijging; geestelijke vorming; klim; ontplooiing; ontwikkeling; opklimmen; stijgen; vooruitgang; vorming
Anwachsen	aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking	aangroeiing; aanwas; aanwassen; aanzwellen; vermeerdering
Zunahme	aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking	aanvulling; bloei; expansie; expulsie; geestelijke vorming; groei; hausse; hoogconjunctuur; ontplooiing; ontwikkeling; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting; vooruitgang; vordering; vorming
Zuwachs	aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking	expansie; geestelijke vorming; groei; ontplooiing; ontwikkeling; uitbreiding; vooruitgang; vorming
ankauf	aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop

aanwinst

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwinst	→ Kauf	↔ purchase — that which is obtained for a price in money or its equivalent
• aanwinst	→ Kauf; Errungenschaft; Erwerb; Erwerbung; Anschaffung; Akquisition; Neuerwerbung; Neuanschaffung; Erworbenes; Akquise	↔ acquisition — action d’acquérir.
• aanwinst	→ Errungenschaft; Neuerwerbung; Neuanschaffung; Erworbenes; Akquisition	↔ butin — Ce que l’on prendre sur les ennemis.
• aanwinst	→ Erwerb; Erwerbung; Anschaffung; Akquisition; Errungenschaft	↔ obtention — Action d’obtenir.