Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schap:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor -schap (Nederlands) in het Duits

-schap vorm van schap:

schap [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schap (plank)
    der Schrankfach; Brett

Vertaal Matrix voor schap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brett plank; schap blaadje; klein boomblad; legbord
Schrankfach plank; schap

Verwante woorden van "schap":


Wiktionary: schap

schap
noun
  1. veraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge

Cross Translation:
FromToVia
schap Regal shelf — structure
schap Brett; Tafel; Bordbrett; Wandbrett; Regalfach; Ablagebrett planche — ais de bois, mince et long
schap Regal; Bücherregal étagère — Meuble constitué de planches superposées.


Wiktionary: -schap


Cross Translation:
FromToVia
-schap -schaft -ship — Property or state of being
-schap -nis; -heit; -keit -ness — appended to adjectives to form nouns meaning "the state of ...", "the quality of ...", or "the measure of ..."

Verwante vertalingen van -schap