Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwaar (Nederlands) in het Duits

zwaar:

zwaar bijvoeglijk naamwoord

  1. zwaar (moeilijk; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk)
    nicht einfach
  2. zwaar (moeilijk verteerbaar; machtig; slecht verteerbaar)
    schwer; schwerverdaulich; fett
  3. zwaar (met een groot gewicht)
    schwer; mit ein großes Gewicht
  4. zwaar (zwaargebouwd; massief; struis; )
    kräftig gebaut; korpulent; dick

Vertaal Matrix voor zwaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dick fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd banaal; corpulent; dik; gezet; grof; in details; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; moddervet; omvangrijk; plat; platvloers; schunnig; triviaal; uitgewerkt; vet; volumineus; vunzig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
fett machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; zwaar banaal; corpulent; dik; geducht; gezet; grof; in hoge mate; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; moddervet; morsig; omvangrijk; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slonzig; slordig; smerig; triviaal; vet; vettig; vies; viezig; voddig; volumineus; vuil; vunzig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
schwer groots; grootschalig; reuze
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
korpulent fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd corpulent; dik; gezet; lijvig; omvangrijk; vet; volumineus; zwaar van lijf; zwaarlijvig
kräftig gebaut fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
mit ein großes Gewicht met een groot gewicht; zwaar
nicht einfach lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
schwer machtig; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; zwaar aanmerkelijk; aanzienlijk; afgezaagd; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; delicaat; dikwijls; ellendig; enorm; flink; fors; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; massief; meermaals; melig; menigmaal; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; regelmatig; rot; ruw; saai; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; vervelend
schwerverdaulich machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; zwaar geducht; in hoge mate

Verwante woorden van "zwaar":

  • zwaarheid, zwaarst, zwaarste, zware

Antoniemen van "zwaar":


Verwante definities voor "zwaar":

  1. ernstig1
    • hij is zwaar ziek1
  2. laag en diep1
    • zij heeft een zware stem voor een vrouw1
  3. met een grote uitwerking1
    • ze verwachten een zware storm1
  4. met veel gewicht1
    • deze koffer is zwaar1
  5. niet gemakkelijk of soepel1
    • wat trapt die fiets zwaar!1
  6. stevig en sterk1
    • de kaart is van zwaar papier1
  7. wat veel moeite kost1
    • dat is zwaar werk1

Wiktionary: zwaar

zwaar
adjective
  1. van groot gewicht

Cross Translation:
FromToVia
zwaar beschwerlich; anstrengend; mühsam arduous — needing or using up much energy
zwaar steil arduous — hard to climb
zwaar umständlich; sperrig cumbersome — not easily managed or handled; awkward
zwaar mühsam; beschwerlich; hinderlich, lästig cumbersome — burdensome or hindering, as a weight or drag; vexatious; cumbrous
zwaar tief deep — of a sound or voice, low in pitch
zwaar hart; schwierig hard — requiring a lot of effort to do or understand
zwaar schwierig hard — demanding a lot of effort to endure
zwaar schrill; herb; rau; grell; streng; hart; scharf; harsch; unwirsch harsh — severe or cruel
zwaar schwer heavy — having great weight
zwaar schwer hefty — heavy
zwaar deftig solid — extremely filling
zwaar streng austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
zwaar an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale.
zwaar schwer; schwierig difficile — Non facile, qui nécessite un grand effort.
zwaar schwer; gerade so difficilement — Avec difficulté
zwaar hart; Hart-; schwer; schwierig dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
zwaar stumpf; an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig grave — Qui peut avoir des conséquences fâcheuses.
zwaar arbeitsam; geschäftig; beflissen; emsig; fleißig; geflissentlich; strebsam laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.
zwaar schwer lourd — Dont le poids est élevé (sens général)
zwaar volljährig; an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig majeur — Plus grand ; plus important.
zwaar mächtig; vermögend; gewaltig; kräftig; stark; schwer puissant — Qui a beaucoup de pouvoir.
zwaar streng sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Verwante vertalingen van zwaar