Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zus (Nederlands) in het Duits
zus:
-
de zus (broer of zus; broer)
– vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij 1 -
de zus (zuster)
– vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij 1
Vertaal Matrix voor zus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bruder | broer; broer of zus; zus | broeder; broer; diaken; gast; gozer; hulp; kerel; knakker; knul; man; vent; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser |
Geschwister | broer; broer of zus; zus | broer en zus; proces of knooppunt op hetzelfde niveau |
Schwester | broer; broer of zus; zus; zuster | kloosterlinge; kloosterzuster; non; verpleegster; zusje; zuster |
- | zuster | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
so | en dus; ofwel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
so | zus | naar; op die manier; ziezo; zoals |