Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zuivering:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuivering (Nederlands) in het Duits

zuivering:

zuivering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zuivering (reiniging; schoonmaak; reinigen; )
    die Reinigung; die Säuberung
  2. de zuivering (schoonmaken; schoonmaak; reinigen; )
    Reinigen; Saubermachen; Putzen
  3. de zuivering

Vertaal Matrix voor zuivering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Putzen kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
Reinigen kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering reinigen; wassen; wassing
Reinigung kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering stomerij; wasserij
Saubermachen kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering het verschonen; schone luier; verschoning
Säuberung kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Entseuchung zuivering

Verwante woorden van "zuivering":

  • zuiveringen

Wiktionary: zuivering

zuivering
noun
  1. Beseitigung von Meinungsverschiedenheiten/Missverständnissen

Cross Translation:
FromToVia
zuivering Säubern; Säuberung; Reinigen; Putzen purge — the act of purging