Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zuinig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuinig (Nederlands) in het Duits

zuinig:

zuinig bijvoeglijk naamwoord

  1. zuinig (spaarzaam; zuinigjes; economisch)
    ökonomisch; sparsam; wirtschaftlich

Vertaal Matrix voor zuinig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sparsam economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes armzalig; betrekking hebbend op economie; economisch; eenvoudig; gierig; inhalig; karig; krenterig; luttel; mager; matig; pover; schamel; schraal; schraperig; sober; vrekkig; weinig
wirtschaftlich economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes betrekking hebbend op economie; commercieel; economisch; op winst gericht
ökonomisch economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes betrekking hebbend op economie; economisch

Verwante woorden van "zuinig":

  • zuinigheid, zuiniger, zuinigere, zuinigst, zuinigste, zuinige

Synoniemen voor "zuinig":


Antoniemen van "zuinig":


Verwante definities voor "zuinig":

  1. met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk proberen te krijgen1
    • ze is altijd erg zuinig met haar zakgeld1

Wiktionary: zuinig


Cross Translation:
FromToVia
zuinig ökonomisch; wirtschaftlich; sparsam economical — careful with money

Verwante vertalingen van zuinig