Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zuid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuid (Nederlands) in het Duits

zuid:

zuid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zuid
    der Süd; der Süden
    • Süd [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Süden [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zuid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Süd zuid
Süden zuid zuiden

Verwante woorden van "zuid":


Wiktionary: zuid

zuid
noun
  1. ohne Artikel: Himmelsrichtung, die zum Südpol weist
  1. ohne Artikel: Kurzform für die Haupthimmelsrichtung Süden in der Navigation, Seefahrt
  2. Politik, Wirtschaft: Weltteil, Südhalbkugel
adjective
  1. auf den Süden, auf Süd bezogen, in der Richtung des Südens

Cross Translation:
FromToVia
zuid südlich; süd south — of or pertaining to the south
zuid südlich southern — of the south