Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- zomer:
-
Wiktionary:
- zomer → Sommer
- zomer → Sommer, Hochsommer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zomeren (Nederlands) in het Duits
zomer:
Vertaal Matrix voor zomer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Sommer | zomer |
Verwante woorden van "zomer":
Antoniemen van "zomer":
Verwante definities voor "zomer":
Wiktionary: zomer
zomer
Cross Translation:
noun
zomer
-
jaargetijde tussen lente en herfst
- zomer → Sommer
noun
-
wärmste Jahreszeit, liegt zwischen Frühling und Herbst, meteorologisch vom 1. Juni bis 31. August
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zomer | → Sommer | ↔ summer — hottest season |
• zomer | → Sommer; Hochsommer | ↔ été — Saison chaude de l’année |