Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
balgen
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
|
herumtollen
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; robbedoezen; ronddartelen; schertsen; streek uithalen
|
scherzen
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
badineren; dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
|
schäkern
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
flirten; gekheid maken; lonken; sjansen
|
sich balgen
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
robbedoezen
|
toben
|
dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
|
brullen; fulmineren; gillen; het uitgillen; janken; joelen; jubelen; juichen; kwaad zijn; lawaai maken; razen; schuimbekken; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitjouwen; uitroepen; uitschreeuwen; vuilbekken; woedend zijn; woest spelen
|