Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ankündigen
|
in aantocht zijn; zich aandienen; zich voordoen
|
afkondigen; decreteren; iets aankondigen; ruggespraak houden; uitvaardigen
|
annoncieren
|
in aantocht zijn; zich aandienen; zich voordoen
|
aankondigen; aantrekken; adverteren; annonceren; een advertentie plaatsen; iets aankondigen; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; propaganda maken; reclame maken; te koop aanbieden; werven
|
ansagen
|
in aantocht zijn; zich aandienen; zich voordoen
|
aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; decreteren; iets aankondigen; kennis geven; konde doen; uitvaardigen
|
kundgeben
|
in aantocht zijn; zich aandienen; zich voordoen
|
aanschrijven; aanzeggen; iets aankondigen; kennis geven; konde doen; openbaren; zich uiten
|
melden
|
in aantocht zijn; zich aandienen; zich voordoen
|
aangeven; berichten; declareren; erbij zeggen; iets aankondigen; iets melden; informeren; meedelen; melden; noemen; rapporteren; verhaal vertellen; verhalen; vermelden; verslag uitbrengen; vertellen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
|