Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zeemleren:
  2. zeemleer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeemleren (Nederlands) in het Duits

zeemleren:

zeemleren bijvoeglijk naamwoord

  1. zeemleren (zemen)
    sämischledern; waschledern

Vertaal Matrix voor zeemleren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sämischledern zeemleren; zemen
waschledern zeemleren; zemen

Verwante woorden van "zeemleren":


zeemleren vorm van zeemleer:

zeemleer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zeemleer
    Fensterleder

Vertaal Matrix voor zeemleer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fensterleder zeemleer zeem; zeemlap; zeemleder

Verwante woorden van "zeemleer":


Wiktionary: zeemleer


Cross Translation:
FromToVia
zeemleer Sämischleder peau de chamois — Étoffe très absorbante en peau de chamois, ou plus souvent en peau de chèvre ou de mouton, ou en matériaux synthétiques, utilisée pour nettoyer ou lustrer les surfaces lisses.

Computer vertaling door derden: