Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zedelijkheid:
  2. zedelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zedelijkheid (Nederlands) in het Duits

zedelijkheid:

zedelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zedelijkheid (moraliteit)
    die Sittlichkeit; die Ethik; die Moralität; die Moral; die Sittenlehre

Vertaal Matrix voor zedelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ethik moraliteit; zedelijkheid ethiek; moraal; zedenleer
Moral moraliteit; zedelijkheid ethiek; moraal; zedenleer
Moralität moraliteit; zedelijkheid ethiek; moraal; zedenleer
Sittenlehre moraliteit; zedelijkheid ethiek; moraal; zedenleer
Sittlichkeit moraliteit; zedelijkheid betamelijkheid; ethiek; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; keurigheid; moraal; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid; zedenleer

Verwante woorden van "zedelijkheid":


zedelijk:

zedelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. zedelijk (ethisch; moreel)
    moralisch; ethisch; sittlich; sittsam

Vertaal Matrix voor zedelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ethisch ethisch; moreel; zedelijk
moralisch ethisch; moreel; zedelijk dapper; ferm; flink; moedig; moraal; moralistisch; moreel sterk; vervuld van moralisme
sittlich ethisch; moreel; zedelijk moralistisch; vervuld van moralisme
sittsam ethisch; moreel; zedelijk braaf; braafjes; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gekuist; goed opgevoed; ingetogen; kuis; lief; manierlijk; moralistisch; net; netjes; rein; schoon; stemmig; vervuld van moralisme; voorbeeldig; welvoeglijk; zedig; zoet

Verwante woorden van "zedelijk":


Wiktionary: zedelijk

zedelijk
adjective
  1. veraltend, von Frauen: Männern gegenüber zurückhaltend

Computer vertaling door derden: