Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zakdoeken:
  2. zakdoek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zakdoeken (Nederlands) in het Duits

zakdoeken:

zakdoeken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zakdoeken
    die Taschentücher

Vertaal Matrix voor zakdoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Taschentücher zakdoeken

Verwante woorden van "zakdoeken":


zakdoek:

zakdoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zakdoek
    Taschentuch

Vertaal Matrix voor zakdoek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Taschentuch zakdoek

Verwante woorden van "zakdoek":


Wiktionary: zakdoek

zakdoek
noun
  1. een doek om de neus in te snuiten
zakdoek
noun
  1. ein Tuch, mit dem man sich die Nase putzen kann
  2. schweizerisch, süddeutsch: ein Tuch, mit dem man sich die Nase putzt

Cross Translation:
FromToVia
zakdoek Taschentuch handkerchief — cloth for wiping the face, eyes, nose or hands
zakdoek Papier; Tuch; Toilettenpapier; Taschentuch tissue — sheet of absorbent paper
zakdoek Taschentuch mouchoircarré de tissu dont on se sert pour se moucher.