Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal wrak

Vertaal wrak van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

wrak:
- hinfällig; brüchig; mürbe
- Wrack; Schiffswrack
Wiktionary:
- wrak → Wrack
- wrak → Schiffswrack, abgelebt, baufällig, gebrechlich, hinfällig, verfallen, alt, bejahrt, betagt, Wrack, Schrott, Schrotthaufen, Schrottkiste

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrak (Nederlands) in het Duits

wrak:

wrak bijvoeglijk naamwoord

wrak
hinfällig; brüchig; mürbe
- hinfällig bijvoeglijk naamwoord
- brüchig bijvoeglijk naamwoord
- mürbe bijvoeglijk naamwoord

wrak [het ~] zelfstandig naamwoord

het wrak (scheepswrak)
Wrack; Schiffswrack
- Wrack [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schiffswrack [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wrak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Schiffswrack	scheepswrak; wrak
Wrack	scheepswrak; wrak
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brüchig	wrak	breekbaar; broos; fragiel; gammel; krakkemikkig; kwetsbaar; teer; wankel; zwak
hinfällig	wrak	aftands; arm; armetierig; armzalig; berooid; bleekjes; breekbaar; broos; fragiel; gammel; inferieur; karig; krakkemikkig; krakkemikkige; krukkig; kwetsbaar; kwijnend; mager; minderwaardig; onbeholpen; ondermaats; ondeugdelijk; onhandig; onooglijk; pips; pover; schamel; schraal; schutterig; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teer; tweederangs; verlopen; wankel; wee; ziekelijk; zwak
mürbe	wrak	breekbaar; broos; bros; fragiel; gammel; krakkemikkig; kwetsbaar; mals; murw; teer; voos; wankel; zwak

Verwante woorden van "wrak":

wrakken, wraken, wrake

Wiktionary: wrak

wrak

noun

overblijfsel van een verongelukt of gestrand vaar-, voer- of vliegtuig
- wrak → Wrack

wrak

noun

zerstörtes, schrottreifes Fahrzeug
- Wrack → wrak

Cross Translation:

From	To	Via
• wrak	→ Schiffswrack	↔ shipwreck — A ship that has sunk or run aground so that it is no longer seaworthy.
• wrak	→ abgelebt; baufällig; gebrechlich; hinfällig; verfallen	↔ caduc — (botanique) Se dit d’un organe, notamment les feuilles, se détachant et tombant chaque année.
• wrak	→ alt; bejahrt; betagt; abgelebt; baufällig; gebrechlich; hinfällig	↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).
• wrak	→ Wrack; Schrott; Schrotthaufen; Schrottkiste	↔ épave — Véhicule rendu inutilisable