Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wollen:
  2. wol:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wollen (Nederlands) in het Duits

wollen:

wollen bijvoeglijk naamwoord

  1. wollen
    wollen; wollig

Vertaal Matrix voor wollen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wollen believen; moeten; wensen; willen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wollen wollen
wollig wollen wolachtig; wollig

Verwante woorden van "wollen":


Wiktionary: wollen

wollen
adjective
  1. gemaakt van wol

Cross Translation:
FromToVia
wollen wollen; Woll- woolen — made of wool

wollen vorm van wol:

wol [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wol
    die Wolle
    • Wolle [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wolle wol

Verwante woorden van "wol":


Verwante definities voor "wol":

  1. zachte, dunne haren van sommige dieren1
    • van het wol van de schaap breien we truien1

Wiktionary: wol

wol
noun
  1. aus Tierhaaren gewonnenes Produkt für die Herstellung von Garn

Cross Translation:
FromToVia
wol Wolle wool — hair of sheep, etc.
wol Wolle wool — cloth or yarn
wol Wolle lainepoil long, assez fin et doux, qui croître sur la peau des moutons et de quelques autres mammifères herbivores comme les lapins angora, les chèvres mohair ou cachemire et les lamas.

Verwante vertalingen van wollen