Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wijsheid (Nederlands) in het Duits
wijsheid:
-
de wijsheid
Vertaal Matrix voor wijsheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Einsicht | wijsheid | begrip; benul; besef; bewustzijn; brein; conceptie; denkbeeld; doorzicht; erkenning; idee; inzicht; mentale voorstelling; notie; rede; toegeving; verstand |
Weisheit | wijsheid |
Verwante woorden van "wijsheid":
Wiktionary: wijsheid
wijsheid
Cross Translation:
noun
-
de mate waarin men wijs is
- wijsheid → Weisheit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wijsheid | → Weisheit | ↔ sagacity — quality of being sage |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — element of personal character |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — piece of wise advice |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — discretionary use of knowledge for the greatest good |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — ability to apply relevant knowledge in an insightful way |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — ability to make a decision based on the combination of knowledge, experience, and intuitive understanding |
• wijsheid | → Weisheit | ↔ wisdom — ability to know and apply spiritual truths |
• wijsheid | → Klugheit; Weisheit; Vernunft; Verstand | ↔ sagesse — prudence, circonspection, sentiment juste des choses. |
wijsheid vorm van wijs:
-
wijs (gestudeerd; erudiet; ontwikkeld; zeer ontwikkeld; hooggeleerd; geletterd; zeer geleerd; belezen)
studiert; gelehrt; hochgelehrt; hochgebildet; klug; geschult; belesen; literarisch gebildet; wissenschaftlich gebildet-
studiert bijvoeglijk naamwoord
-
gelehrt bijvoeglijk naamwoord
-
hochgelehrt bijvoeglijk naamwoord
-
hochgebildet bijvoeglijk naamwoord
-
klug bijvoeglijk naamwoord
-
geschult bijvoeglijk naamwoord
-
belesen bijvoeglijk naamwoord
-
literarisch gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
wissenschaftlich gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
-
wijs (verstandig; wijselijk; bedachtzaam; raadzaam; weldenkend; zinnig; correct; doordacht; pienter; nadenkend)
vernünftig; sachverständig; einsichtsvoll; geschickt; gescheit-
vernünftig bijvoeglijk naamwoord
-
sachverständig bijvoeglijk naamwoord
-
einsichtsvoll bijvoeglijk naamwoord
-
geschickt bijvoeglijk naamwoord
-
gescheit bijvoeglijk naamwoord
-
-
wijs (geleerd; intelligent; slim)
-
wijs (te gek; fantastisch; gaaf; fabelachtig; waanzinnig; krankzinnig; reuze)
Vertaal Matrix voor wijs:
Verwante woorden van "wijs":
Antoniemen van "wijs":
Verwante definities voor "wijs":
Wiktionary: wijs
wijs
Cross Translation:
adjective
wijs
-
van groot inzicht getuigend
- wijs → weise
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wijs | → weise | ↔ sage — wise |
• wijs | → weise; klug | ↔ wise — showing good judgement |
• wijs | → Melodie; Weise; Arie | ↔ mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier. |
• wijs | → gescheit; klug; weise; vernünftig; verständig; angemessen; füglich; geeignet; zeitgemäß | ↔ raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner. |
• wijs | → weise; klug; vernünftig; gescheit; verständig | ↔ sage — Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général). |
• wijs | → gescheit; klug; weise | ↔ sensé — Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement. |