Nederlands
Uitgebreide vertaling voor werkbaar (Nederlands) in het Duits
werkbaar:
-
werkbaar (bruikbaar; nuttig; inzetbaar; handig)
brauchbar; benutzbar; verwendbar-
brauchbar bijvoeglijk naamwoord
-
benutzbar bijvoeglijk naamwoord
-
verwendbar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor werkbaar:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
benutzbar | bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar | |
brauchbar | bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar | bruikbaar; bruikbare; handig; nuttig; praktisch; voordelig |
verwendbar | bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar | bruikbare |