Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wecken (Nederlands) in het Duits
wecken:
-
wecken (inmaken)
konservieren; einmachen; einbüchsen-
konservieren werkwoord (konserviere, konservierst, konserviert, konservierte, konserviertet, konserviert)
-
Conjugations for wecken:
o.t.t.
- weck
- weckt
- weckt
- wecken
- wecken
- wecken
o.v.t.
- weckte
- weckte
- weckte
- weckten
- weckten
- weckten
v.t.t.
- heb geweckt
- hebt geweckt
- heeft geweckt
- hebben geweckt
- hebben geweckt
- hebben geweckt
v.v.t.
- had geweckt
- had geweckt
- had geweckt
- hadden geweckt
- hadden geweckt
- hadden geweckt
o.t.t.t.
- zal wecken
- zult wecken
- zal wecken
- zullen wecken
- zullen wecken
- zullen wecken
o.v.t.t.
- zou wecken
- zou wecken
- zou wecken
- zouden wecken
- zouden wecken
- zouden wecken
diversen
- weck!
- weckt!
- geweckt
- weckend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wecken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einbüchsen | inmaken; wecken | behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inmaken |
einmachen | inmaken; wecken | behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; ruim overklassen; zouten |
konservieren | inmaken; wecken | behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; inpekelen; inzouten; marineren; opzouten; toebereiden; verduurzamen; zouten |