Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wartaal spreken (Nederlands) in het Duits
wartaal spreken:
-
wartaal spreken (onzin uitkramen; raaskallen; kletsen; onzin verkopen; ijlen)
quatschen; schwätzen; phantasieren; faseln; Unsinn reden; irre reden-
phantasieren werkwoord (phantasiere, phantasierst, phantasiert, phantasierte, phantasiertet, phantasiert)
-
Unsinn reden werkwoord (rede Unsinn, redest Unsinn, redet Unsinn, redete Unsinn, redetet Unsinn, Unsinn geredet)
-
irre reden werkwoord