Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wallen:
  2. wal:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wallen (Nederlands) in het Duits

wallen:

wallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de wallen (oevers)
    Ufer
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ufer oevers; wallen land; landmassa; oever; vaste grond; wal; waterkant

Verwante woorden van "wallen":


Wiktionary: wallen


Cross Translation:
FromToVia
wallen Augenringe circles — Darkening bagginess of skin under eyes

wallen vorm van wal:

wal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wal (waterkant)
    die Wasserseite; Ufer
    • Wasserseite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de wal (vaste grond)
    der Wall; Ufer; festes Ufer
    • Wall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • festes Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ufer vaste grond; wal; waterkant land; landmassa; oever; oevers; wallen
Wall vaste grond; wal dam; dijk; keerdam; land; landmassa; stadswal; stuw; stuwdam; veste; waterkering
Wasserseite wal; waterkant
festes Ufer vaste grond; wal

Verwante woorden van "wal":


Verwante definities voor "wal":

  1. het vasteland aan de waterkant1
    • de zeelieden gingen aan wal1
  2. stenen muur om een stad1
    • om Deventer werd vroeger een grote wal gebouwd1

Wiktionary: wal


Cross Translation:
FromToVia
wal Festungswall rampart — defensive ridge of earth
wal Ring anneaucercle fait d’une matière dure et qui sert à attacher quelque chose.
wal Ring bague — Anneau
wal Ufer; Strand; Küste; Rand; Gestade riveterrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.