Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- vreemde:
-
vreemd:
- verrückt; blöd; närrisch; gestört; irre; dämlich; bekloppt; wirr; idiotisch; bescheuert; verstört; meschugge; blöde; blödsinnig; geisteskrank; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; wahnsinnig; irrsinnig; übergeschnappt; besonder; ungewöhnlich; sonderbar; eigenartig; fremd; bizarr; merkwürdig; eigentümlich; wunderlich; kurios; fremdartig; eigen; seltsam; absonderlich; komisch; lächerlich; gediegen; exotisch; extravagant; exzentrisch; außergewöhnlich; besonders; außerordentlich; extrem
-
Wiktionary:
- vreemde → Fremde
- vreemde → Fremder
- vreemd → fremd, seltsam, unbekannt, gediegen
- vreemd → fremd, seltsam, komisch, merkwürdig, sonderbar, verwunderlich, ausländisch, eigenartig, bizarr, launenhaft, ulkig, lustig, spaßig, amüsant, drollig, unterhaltend, unterhaltsam, ergötzlich, belustigend, kurzweilig, ungewöhnlich, interessant, befremdend, kurios, wunderlich, außerordentlich, außergewöhnlich, absonderlich
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vreemde (Nederlands) in het Duits
vreemde:
-
de vreemde (onbekende; vreemdeling)
Vertaal Matrix voor vreemde:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ausländer | onbekende; vreemde; vreemdeling | allochtoon; buitenlander; buitenlanders; vreemdeling; vreemdelingen |
Fremde | onbekende; vreemde; vreemdeling | buitenlandse; eigenaardig land; vreemd land; vreemdelinge |
Sonderling | onbekende; vreemde; vreemdeling | buitenbeentje; eigenaardige; raar mens; rare; vreemd persoon; zonderling |
Unbekannte | onbekende; vreemde; vreemdeling |
Verwante woorden van "vreemde":
vreemd:
-
vreemd (maf; eigenaardig; dwaas; gek; typisch; mal)
verrückt; blöd; närrisch; gestört; irre; dämlich; bekloppt; wirr; idiotisch; bescheuert; verstört; meschugge; blöde; blödsinnig; geisteskrank; wahnwitzig; geistesschwach; idiotenhaft; wahnsinnig; irrsinnig; übergeschnappt-
verrückt bijvoeglijk naamwoord
-
blöd bijvoeglijk naamwoord
-
närrisch bijvoeglijk naamwoord
-
gestört bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
dämlich bijvoeglijk naamwoord
-
bekloppt bijvoeglijk naamwoord
-
wirr bijvoeglijk naamwoord
-
idiotisch bijvoeglijk naamwoord
-
bescheuert bijvoeglijk naamwoord
-
verstört bijvoeglijk naamwoord
-
meschugge bijvoeglijk naamwoord
-
blöde bijvoeglijk naamwoord
-
blödsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
geisteskrank bijvoeglijk naamwoord
-
wahnwitzig bijvoeglijk naamwoord
-
geistesschwach bijvoeglijk naamwoord
-
idiotenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
wahnsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
übergeschnappt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (zonderling; excentriek; bijzonder; apart; merkwaardig; typisch; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; eigenaardig)
besonder; ungewöhnlich; sonderbar; eigenartig; fremd; bizarr; merkwürdig; eigentümlich; wunderlich; kurios; fremdartig; eigen; seltsam; absonderlich-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
ungewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
bizarr bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (merkwaardig; curieus)
merkwürdig; eigenartig; komisch; wunderlich; irrsinnig; irre; lächerlich; kurios; eigen; gediegen; seltsam-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
lächerlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
gediegen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (eigenaardig; curieus)
fremd; merkwürdig; sonderbar; kurios; eigenartig; fremdartig; wunderlich; eigentümlich; exotisch; seltsam-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exotisch bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (vreemdsoortig; uitheems; zonderling)
merkwürdig; komisch; fremd; eigenartig; besonder; extravagant; eigen; sonderbar; eigentümlich; exzentrisch; absonderlich; fremdartig-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (uitheems; apart; zonderling; eigenaardig)
fremd; außergewöhnlich; merkwürdig; besonder; bizarr; sonderbar; eigenartig; fremdartig; eigentümlich; seltsam; absonderlich-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
bizarr bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
vreemd (excentriek; apart; buitenissig; extravagant; typisch)
exzentrisch; besonders; eigenartig; außerordentlich; extravagant; fremdartig; außergewöhnlich; wunderlich; seltsam; sonderbar; extrem-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
besonders bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
außerordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
extrem bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vreemd:
Verwante woorden van "vreemd":
Synoniemen voor "vreemd":
Antoniemen van "vreemd":
Verwante definities voor "vreemd":
Wiktionary: vreemd
vreemd
Cross Translation:
adjective
vreemd
adjective
-
norddeutsche Umgangssprache: seltsam, eigenartig
-
von woanders her, ausländisch
-
nur attributiv: jemand anders gehörend oder angehend
-
nicht bekannt, fremdartig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vreemd | → fremd | ↔ foreign — belonging to a different culture |
• vreemd | → fremd | ↔ foreign — in a place where it does not belong |
• vreemd | → seltsam; komisch; merkwürdig | ↔ odd — strange |
• vreemd | → seltsam | ↔ queer — weird, odd, different |
• vreemd | → seltsam; sonderbar; komisch; verwunderlich | ↔ strange — not normal |
• vreemd | → fremd | ↔ strange — not yet part of one’s experience |
• vreemd | → seltsam | ↔ strange — in quantum mechanics |
• vreemd | → ausländisch; fremd | ↔ strange — belonging to another country, foreign |
• vreemd | → seltsam | ↔ weird — having an unusually strange character or behaviour |
• vreemd | → eigenartig; merkwürdig; sonderbar; seltsam; bizarr | ↔ weird — deviating from the normal; bizarre |
• vreemd | → launenhaft | ↔ whimsical — Given to whimsy; capricious; odd; peculiar; playful; light-hearted or amusing |
• vreemd | → ulkig; lustig; spaßig; amüsant; drollig; unterhaltend; unterhaltsam; ergötzlich; belustigend; kurzweilig | ↔ drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général). |
• vreemd | → ungewöhnlich | ↔ insolite — Qui surprend parce qu’il sort de l’usage. |
• vreemd | → interessant | ↔ intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt. |
• vreemd | → befremdend; kurios; seltsam; sonderbar; wunderlich; merkwürdig; außerordentlich; außergewöhnlich; bizarr; absonderlich | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• vreemd | → seltsam; sonderbar; merkwürdig; befremdend; kurios; wunderlich | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |