Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- voorzitters:
- voorzitter:
-
Wiktionary:
- voorzitter → Vorsitzende
- voorzitter → Vorsitzende, Vorsitzender
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorzitters (Nederlands) in het Duits
voorzitters:
-
de voorzitters (presidenten)
Vertaal Matrix voor voorzitters:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Aufsichtsratsvorsitzenden | presidenten; voorzitters | |
Präsidenten | presidenten; voorzitters | presidenten; staatshoofden van republieken |
Vorstände | presidenten; voorzitters | besturen; directeuren; directeurs; directie; leidinggeven |
Verwante woorden van "voorzitters":
voorzitter:
-
de voorzitter (bestuurder; manager; kopstuk)
-
de voorzitter
Vertaal Matrix voor voorzitter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Anführer | bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter | aanstichter; aanstichters; aanvoerder; aanvoerders; aanzetter; belhamel; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdleider; hoofdman; hoofdmannen; hopmannen; instigator; kapitein; kopmannen; kopstukken; leider; leider bij de verkenners; leiders; meesterknecht; opperhoofd; oprichter; opstoker; raddraaier; raddraaister; scheepskapitein; schipper; stamhoofd; stichter; voormannen; voorwerker |
Führer | bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter | aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bevelhebber; chauffeur; commandant; elektriciteitsgeleider; gebieder; geleider; gids; hoofd; hoofdman; kapitein; leider; leidraad; leidsman; loods; meester; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; rijder; rondleider; scheepskapitein; schipper; wagenbestuurder |
Vorsitzende | voorzitter | president; presidente |
Vorsitzender | bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter |
Verwante woorden van "voorzitter":
Wiktionary: voorzitter
voorzitter
Cross Translation:
noun
-
hoofd van een bestuur, leider van een vergadering
- voorzitter → Vorsitzende
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorzitter | → Vorsitzende; Vorsitzender | ↔ chairman — person presiding over a meeting |
• voorzitter | → Vorsitzende; Vorsitzender | ↔ chairperson — a person who presides over a meeting, a board |