Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- voortbestaan:
-
Wiktionary:
- voortbestaan → überleben
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voortbestaan (Nederlands) in het Duits
voortbestaan:
-
voortbestaan (voortduren; aanhouden)
anhalten; währen; andauern; standhalten; fortdauern; fortwähren-
standhalten werkwoord (halte stand, hälst stand, hält stand, hielt stand, hieltet stand, stand gehalten)
-
fortdauern werkwoord
-
fortwähren werkwoord
Conjugations for voortbestaan:
o.t.t.
- besta voort
- bestaat voort
- bestaat voort
- bestaan voort
- bestaan voort
- bestaan voort
o.v.t.
- bestond voort
- bestond voort
- bestond voort
- bestonden voort
- bestonden voort
- bestonden voort
v.t.t.
- ben voortbestaan
- bent voortbestaan
- is voortbestaan
- zijn voortbestaan
- zijn voortbestaan
- zijn voortbestaan
v.v.t.
- was voortbestaan
- was voortbestaan
- was voortbestaan
- waren voortbestaan
- waren voortbestaan
- waren voortbestaan
o.t.t.t.
- zal voortbestaan
- zult voortbestaan
- zal voortbestaan
- zullen voortbestaan
- zullen voortbestaan
- zullen voortbestaan
o.v.t.t.
- zou voortbestaan
- zou voortbestaan
- zou voortbestaan
- zouden voortbestaan
- zouden voortbestaan
- zouden voortbestaan
diversen
- besta voort!
- bestaat voort!
- voortbestaan
- voortbestaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het voortbestaan (overleven; voortleven)
Vertaal Matrix voor voortbestaan:
Wiktionary: voortbestaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voortbestaan | → überleben | ↔ live — survive, persevere |
Computer vertaling door derden: