Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- voorschrijven:
-
Wiktionary:
- voorschrijven → vorschreiben, verschreiben
- voorschrijven → befehlen, anordnen, fragen, anfordern, fordern, verlangen, bitten, ersuchen, vorschreiben, verschreiben
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorschrijven (Nederlands) in het Duits
voorschrijven:
-
voorschrijven (beschikken; verordenen; bepalen)
-
voorschrijven (gebieden; gelasten)
gebieten; befehlen; herrschen über; Herr sein über-
herrschen über werkwoord
-
Herr sein über werkwoord
-
voorschrijven (gelasten; bevelen; gebieden; dicteren)
vorschreiben; befehlen; anordnen; gebieten; verordnen; diktieren; auftragen-
vorschreiben werkwoord (schreibe vor, schreibst vor, schreibt vor, schrieb vor, schriebt vor, vorgeschrieben)
-
Conjugations for voorschrijven:
o.t.t.
- schrijf voor
- schrijft voor
- schrijft voor
- schrijven voor
- schrijven voor
- schrijven voor
o.v.t.
- schreef voor
- schreef voor
- schreef voor
- schreven voor
- schreven voor
- schreven voor
v.t.t.
- heb voorgeschreven
- hebt voorgeschreven
- heeft voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
v.v.t.
- had voorgeschreven
- had voorgeschreven
- had voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
o.t.t.t.
- zal voorschrijven
- zult voorschrijven
- zal voorschrijven
- zullen voorschrijven
- zullen voorschrijven
- zullen voorschrijven
o.v.t.t.
- zou voorschrijven
- zou voorschrijven
- zou voorschrijven
- zouden voorschrijven
- zouden voorschrijven
- zouden voorschrijven
diversen
- schrijf voor!
- schrijft voor!
- voorgeschreven
- voorschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voorschrijven:
Verwante definities voor "voorschrijven":
Wiktionary: voorschrijven
voorschrijven
Cross Translation:
verb
-
een schriftelijke opdracht geven
- voorschrijven → vorschreiben; verschreiben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorschrijven | → befehlen; anordnen | ↔ commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général). |
• voorschrijven | → fragen; anfordern; fordern; verlangen; bitten; ersuchen | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• voorschrijven | → vorschreiben; verschreiben | ↔ prescrire — Ordonner, marquer précisément ce qu’on veut qui soit fait. |