Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. voorjaar:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor voorjaar:
    • frühling, Frühling, fruhling


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorjaar (Nederlands) in het Duits

voorjaar:

voorjaar [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voorjaar (lentetijd; lente; voorjaarstijd)
    die Frühlingszeit

Vertaal Matrix voor voorjaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Frühlingszeit lente; lentetijd; voorjaar; voorjaarstijd
- lente

Verwante woorden van "voorjaar":

  • voorjaren

Synoniemen voor "voorjaar":


Verwante definities voor "voorjaar":

  1. seizoen waarin planten weer gaan groeien1
    • in het voorjaar worden de bomen groen1

Wiktionary: voorjaar

voorjaar
noun
  1. eine der vier Jahreszeiten der gemäßigten Zonen

Cross Translation:
FromToVia
voorjaar Frühling; Frühjahr; Lenz spring — first season