Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vooreerst (Nederlands) in het Duits
vooreerst:
-
vooreerst (ten eerste)
zum ersten; erstens; an erster Stelle-
zum ersten bijvoeglijk naamwoord
-
erstens bijvoeglijk naamwoord
-
an erster Stelle bijvoeglijk naamwoord
-
-
vooreerst (vooralsnog; voorlopig; voorshands)
zeitweilig; imAugenblick; momentan; imMoment; augenblicklich-
zeitweilig bijvoeglijk naamwoord
-
imAugenblick bijvoeglijk naamwoord
-
momentan bijvoeglijk naamwoord
-
imMoment bijvoeglijk naamwoord
-
augenblicklich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vooreerst:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| an erster Stelle | ten eerste; vooreerst | |
| augenblicklich | vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands | dadelijk; direct; gelijk; hedendaags; huidig; meteen; momenteel; nou; nu; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; op dit moment; op dit ogenblik; prompt; tegenwoordig; terstond; van nu; van vandaag; zo meteen |
| erstens | ten eerste; vooreerst | |
| imAugenblick | vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands | |
| imMoment | vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands | |
| momentan | vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands | hedendaags; huidig; momenteel; nou; nu; op dit moment; tegenwoordig; van nu; van vandaag |
| zeitweilig | vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands | aards; de komende tijd; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang |
| zum ersten | ten eerste; vooreerst |