Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. volplempen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volplempen (Nederlands) in het Duits

volplempen:

volplempen werkwoord

  1. volplempen (volstorten; vullen; volmaken)
    ausfüllen; füllen; vollgießen; anfüllen
    • ausfüllen werkwoord (fülle aus, füllst aus, füllt aus, füllte aus, fülltet aus, ausgefüllt)
    • füllen werkwoord (fülle, füllst, füllt, füllte, fülltet, gefüllt)
    • vollgießen werkwoord (gieße voll, gießt voll, goß voll, goßt voll, vollgegossen)
    • anfüllen werkwoord (fülle an, füllst an, füllt an, füllte an, fülltet an, angefüllt)

volplempen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. volplempen
    Vollsturzen

Vertaal Matrix voor volplempen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vollsturzen volplempen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijschenken; bijtanken; bijvullen; farceren; opvullen; vullen
ausfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen invullen
füllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijvullen; bottelen; opvullen; plomberen; vol worden; volgieten; volgooien; vollopen; volschenken; vullen
vollgießen volmaken; volplempen; volstorten; vullen volgieten; volgooien; vullen