Volmacht in het Duits vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

volmacht:
- Bevollmächtigung; Autorisation; Ermächtigung; Prokura; Vollmacht; Mandat; Zahlungsanweisung
Wiktionary:
- volmacht → Vollmacht
- volmacht → Handlungsvollmacht, Erlaubnis, Auftrag, Mandat

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volmacht (Nederlands) in het Duits

de volmacht (geven van volmacht; lastgeving; lastbrief)
die Bevollmächtigung; die Autorisation
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
de volmacht (mandaat; vergunning; procuratie; licentie)
die Ermächtigung; die Prokura; die Vollmacht; die Autorisation; Mandat; die Bevollmächtigung; die Zahlungsanweisung
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Prokura [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vollmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mandat [das ~] zelfstandig naamwoord
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zahlungsanweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
de volmacht (machtiging; autorisatie; toestemming; fiat)
die Bevollmächtigung; die Vollmacht; die Ermächtigung; die Autorisation
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vollmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
de volmacht
die Vollmacht
- Vollmacht [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Autorisation	autorisatie; fiat; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; volmacht	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming
Bevollmächtigung	autorisatie; fiat; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; volmacht	autorisatie; fiat; machtiging; toestemming
Ermächtigung	autorisatie; fiat; licentie; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; volmacht	autorisatie; fiat; machtiging; machtigingen; toestemming; volmachten
Mandat	licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht	lastgeving; mandaat
Prokura	licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
Vollmacht	autorisatie; fiat; licentie; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; volmacht	lastgeving; mandaat
Zahlungsanweisung	licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht

volmacht

noun

Schriftstück mit dem Inhalt von [1]
- Vollmacht → volmachtbrief; volmacht
Recht: rechtsgeschäftlich erteilte Vertretungsmacht, also Auftrag oder Erlaubnis für eine Person, als Vertreter im Namen einer anderen Person zu handeln oder Entscheidungen zu treffen
- Vollmacht → machtiging; volmacht

Cross Translation:

From	To	Via
• volmacht	→ Handlungsvollmacht	↔ power of attorney — authorisation
• volmacht	→ Erlaubnis	↔ autorisation — action d’autoriser.
• volmacht	→ Auftrag; Mandat	↔ mandat — Traductions à trier suivant le sens