Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volmaakt (Nederlands) in het Duits

volmaakt:

volmaakt bijvoeglijk naamwoord

  1. volmaakt (perfect; ideaal)
    perfekt; ideal; sublim; tadellos; erstklassig; vollkommen; fehlerfrei
  2. volmaakt (uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; perfect; patent)
    ausgezeichnet; perfekt; vortrefflich; hervorragend; erstklassig; tadellos; fehlerfrei; sublim; herausragend; tipp-topp; ausgewählt; vorzüglich; vollkommen; ausgesucht; ausgelesen; formidabel; top; auserlesen; edel
  3. volmaakt (perfect; foutloos)
    perfekt; fehlerlos; fehlerfrei; einwandfrei; tadellos

Vertaal Matrix voor volmaakt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auserlesen patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk geselecteerd; goddelijk; heerlijk; hemels; hoogwaardig; paradijselijk; perfect; prima; uitgekozen; uitgezocht; van goede kwaliteit; verkozen; verrukkelijk; waaraan voorkeur is gegeven; zalig
ausgelesen patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk geselecteerd; heel mooi; hoogwaardig; perfect; prima; uitgelezen; uitgezocht; uitverkoren; van goede kwaliteit; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven
ausgesucht patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk assorti; geselecteerd; gesorteerd; heel bijzonder; heel mooi; hoogwaardig; perfect; prima; uitgekozen; uitgelezen; uitgezocht; van goede kwaliteit; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven
ausgewählt patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk assorti; dierbaar; favoriete; geselecteerd; gesorteerd; heel mooi; hoogwaardig; lievelings; perfect; prima; toegenegen; uitgekozen; uitgelezen; uitgezocht; uitverkoren; van goede kwaliteit; verkoren; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven
ausgezeichnet patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk best; briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; geweldig; goddelijk; groots; heerlijk; hemels; hoogwaardig; mieters; paradijselijk; perfect; prima; puik; subliem; superbe; superieur; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
edel patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk adellijk; clement; duur; edel; edelmoedig; elegant; genereus; goedhartig; gracieus; grootmoedig; groots; gul; hoogwaardig; kostbaar; mak; mild; nobel; perfect; prijzig; prima; royaal; ruimhartig; sierlijk; van adel; van goede kwaliteit; vrijgevig; waardevol; welwillend; zacht; zachtaardig
einwandfrei foutloos; perfect; volmaakt absoluut; beslist; brandschoon; correct; gaaf; goed; juist; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; onweerlegbaar; perfekt; precies; puntgaaf; rein; ronduit; smetteloos; stellig; vast en zeker; vlekkeloos; zeker
erstklassig ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk eerste klasse; eersteklas; eersterangs; hoogwaardig; klasse; kwaliteits-; perfect; prima; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend; van goede kwaliteit
fehlerfrei foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk brandschoon; correct; feilloos; foutloos; gaaf; heel; intact; keurig; loepzuiver; maagdelijk; onaangeraakt; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; ongerept; onschuldig; puur; rein; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver
fehlerlos foutloos; perfect; volmaakt feilloos; foutloos; loepzuiver; onfeilbaar; zuiver
formidabel patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk fantastisch; formidabel; geducht; geweldig; goddelijk; heerlijk; hemels; in hoge mate; mieters; paradijselijk; prachtig; verrukkelijk; zalig
herausragend patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk befaamd; eersteklas; eersterangs; fantastisch; geacht; geweldig; grandioos; groots; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogwaardig; magnifiek; perfect; prima; prominent; schitterend; top; tot de beste klasse behorend; uitnemend; uitstekend; van goede kwaliteit; vooraanstaand; vooraanstaande; voortreffelijk
hervorragend patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk beter dan de rest; bovenmatig; briljante; buitengemeen; buitensporig; extreem; fantastisch; fenomenaal; fier; flink; frappant; gaaf; geweldig; glansrijk; glorierijk; glorieus; goddelijk; groots; heerlijk; hemels; hoogwaardig; in het oog lopend; in het oog springend; kiplekker; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mateloos; mieters; oogverblindend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; paradijselijk; perfect; prachtig; prat; prima; puik; roemrijk; roemvol; saillant; schitterend; superieur; tof; tomeloos; treffend; trots; uitblinkend; uitermate; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verblindend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
ideal ideaal; perfect; volmaakt denkbeeldig; ideëel
perfekt foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk perfekt; volleerd
sublim ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk superieur
tadellos foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk akkoord; correct; gaaf; goed; hoogwaardig; in orde; juist; keurig; loepzuiver; mee eens; mieters; netjes; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; opgeruimd; ordelijk; perfect; precies; prima; puntgaaf; schitterend; schoon; tof; van goede kwaliteit
tipp-topp patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk fantastisch; gaaf; geweldig; grandioos; groots; hoogwaardig; magnifiek; mieters; perfect; prima; ragfijn; schitterend; tof; uitnemend; uitstekend; van goede kwaliteit; voortreffelijk
top patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
vollkommen ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk absoluut; allemaal; alles; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; integrerend; superieur; totaal; volkomen; volledig
vortrefflich patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk absoluut; briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; fantastisch; geweldig; goddelijk; grandioos; grondig; groots; heerlijk; helemaal; hemels; hoogwaardig; in het geheel; magnifiek; mieters; paradijselijk; perfect; prima; puik; schitterend; subliem; superbe; superieur; top; tot de beste klasse behorend; totaal; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verrukkelijk; volkomen; voortreffelijk; zalig
vorzüglich patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; goddelijk; heerlijk; hemels; hoogwaardig; mieters; paradijselijk; perfect; prima; puik; subliem; superbe; superieur; top; tot de beste klasse behorend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig

Verwante woorden van "volmaakt":

  • volmaaktheid, volmaakter, volmaaktere, volmaaktst, volmaaktste

Wiktionary: volmaakt

volmaakt
adverb
  1. zonder enig gebrek

Cross Translation:
FromToVia
volmaakt ideal ideal — being perfect
volmaakt absolut; losgelöst; beziehungslos; uneingeschränkt; unumschränkt; unabhängig; unvermischt; rein; perfekt; trefflich; vollendet; vollkommen parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.

volmaakt vorm van volmaken:

volmaken werkwoord (volmaak, volmaakt, volmaakte, volmaakten, volmaakt)

  1. volmaken (voltooien; completeren; afronden; )
    erledigen; abmachen; fertig bringen
    • erledigen werkwoord (erledige, erledigst, erledigt, erledigte, erledigtet, erledigt)
    • abmachen werkwoord (mache ab, machst ab, macht ab, machte ab, machtet ab, abgemacht)
    • fertig bringen werkwoord
  2. volmaken (volstorten; vullen; volplempen)
    ausfüllen; füllen; vollgießen; anfüllen
    • ausfüllen werkwoord (fülle aus, füllst aus, füllt aus, füllte aus, fülltet aus, ausgefüllt)
    • füllen werkwoord (fülle, füllst, füllt, füllte, fülltet, gefüllt)
    • vollgießen werkwoord (gieße voll, gießt voll, goß voll, goßt voll, vollgegossen)
    • anfüllen werkwoord (fülle an, füllst an, füllt an, füllte an, fülltet an, angefüllt)

Conjugations for volmaken:

o.t.t.
  1. volmaak
  2. volmaakt
  3. volmaakt
  4. volmaken
  5. volmaken
  6. volmaken
o.v.t.
  1. volmaakte
  2. volmaakte
  3. volmaakte
  4. volmaakten
  5. volmaakten
  6. volmaakten
v.t.t.
  1. heb volmaakt
  2. hebt volmaakt
  3. heeft volmaakt
  4. hebben volmaakt
  5. hebben volmaakt
  6. hebben volmaakt
v.v.t.
  1. had volmaakt
  2. had volmaakt
  3. had volmaakt
  4. hadden volmaakt
  5. hadden volmaakt
  6. hadden volmaakt
o.t.t.t.
  1. zal volmaken
  2. zult volmaken
  3. zal volmaken
  4. zullen volmaken
  5. zullen volmaken
  6. zullen volmaken
o.v.t.t.
  1. zou volmaken
  2. zou volmaken
  3. zou volmaken
  4. zouden volmaken
  5. zouden volmaken
  6. zouden volmaken
diversen
  1. volmaak!
  2. volmaakt!
  3. volmaakt
  4. volmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor volmaken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abmachen afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien accorderen; afspreken; beslissen; besluiten; eens worden; iets overeenkomen; overeenkomen; overeenstemmen
anfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijschenken; bijtanken; bijvullen; farceren; opvullen; vullen
ausfüllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen invullen
erledigen afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien afbreken; afmaken; doden; doen; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; fiksen; handelen; klaarspelen; koudmaken; liquideren; om het leven brengen; ombrengen; ruineren; slopen; uit de weg ruimen; uitgommen; uitrichten; uitvegen; uitvlakken; uitvoeren; uitwissen; van kant maken; vermoorden; vernielen; vernietigen; verrichten; verwoesten; vlakken; voor elkaar krijgen; wegvegen; wissen
fertig bringen afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien
füllen volmaken; volplempen; volstorten; vullen bijvullen; bottelen; opvullen; plomberen; vol worden; volgieten; volgooien; vollopen; volschenken; vullen
vollgießen volmaken; volplempen; volstorten; vullen volgieten; volgooien; vullen

Wiktionary: volmaken


Cross Translation:
FromToVia
volmaken ergänzen complement — to complete
volmaken ausfüllen; erfüllen; vervollständigen compléterrendre complet.