Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- voldoen:
-
Wiktionary:
- voldoen → genügen, entsprechen, befriedigen
- voldoen → bezahlen, befriedigen, zufriedenstellen, ausreichen, genügen, kaufen, zahlen, abzahlen, auszahlen, einzahlen, entrichten, hinreichen, zureichen, reichen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voldoen (Nederlands) in het Duits
voldoen:
-
voldoen (volstaan)
-
voldoen (vereffenen; betalen)
-
voldoen (rekening betalen)
eine Rechnung bezahlen-
eine Rechnung bezahlen werkwoord
-
-
voldoen (betalen)
Conjugations for voldoen:
o.t.t.
- voldoe
- voldoet
- voldoet
- voldoen
- voldoen
- voldoen
o.v.t.
- voldeed
- voldeed
- voldeed
- voldeden
- voldeden
- voldeden
v.t.t.
- heb voldaan
- hebt voldaan
- heeft voldaan
- hebben voldaan
- hebben voldaan
- hebben voldaan
v.v.t.
- had voldaan
- had voldaan
- had voldaan
- hadden voldaan
- hadden voldaan
- hadden voldaan
o.t.t.t.
- zal voldoen
- zult voldoen
- zal voldoen
- zullen voldoen
- zullen voldoen
- zullen voldoen
o.v.t.t.
- zou voldoen
- zou voldoen
- zou voldoen
- zouden voldoen
- zouden voldoen
- zouden voldoen
diversen
- voldoe!
- voldoet!
- voldaan
- voldoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voldoen:
Synoniemen voor "voldoen":
Antoniemen van "voldoen":
Verwante definities voor "voldoen":
Wiktionary: voldoen
voldoen
Cross Translation:
verb
voldoen
-
een eis vervullen
- voldoen → genügen; entsprechen; befriedigen
verb
-
für einen bestimmten Zweck in ausreichendem Maß zur Verfügung stehen
-
bestimmte Anforderungen erfüllen
-
(mit Dativ) die Anforderungen oder Wunsch erfüllen
-
(mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
-
die Erwartungen oder Bedürfnisse von jemandem erfüllen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voldoen | → bezahlen | ↔ foot — pay |
• voldoen | → befriedigen; zufriedenstellen | ↔ satisfy — to meet needs, to fulfill |
• voldoen | → ausreichen; genügen | ↔ suffice — be enough, sufficient, adequate |
• voldoen | → zufriedenstellen; befriedigen | ↔ suffice — satisfy |
• voldoen | → kaufen; zahlen; abzahlen; auszahlen; bezahlen; einzahlen; entrichten | ↔ payer — Donner de l’argent pour un bien ou un service |
• voldoen | → befriedigen; zufriedenstellen | ↔ satisfaire — Traductions à trier suivant le sens |
• voldoen | → ausreichen; genügen; hinreichen; zureichen; reichen | ↔ suffire — Pouvoir satisfaire à quelque chose ou à un but donné. |