Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- vocht:
- vechten:
-
Wiktionary:
- vocht → Nässe, Feuchtigkeit
- vechten → kämpfen, streiten, fechten, durchbeißen, tun
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vocht (Nederlands) in het Duits
vocht:
-
de vocht (vloeistof; nat)
-
de vocht (vochtigheid; nattigheid)
Vertaal Matrix voor vocht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Feuchtigkeit | nat; nattigheid; vloeistof; vocht; vochtigheid | humiditeit; klamheid; natheid; nattigheid; vochtigheid; vochtigheidsgehalte |
Flüssigkeit | nat; vloeistof; vocht | buigzaamheid; flexibiliteit; meegaandheid; natheid; nattigheid; soepelheid; vloeibaarheid; vloeiendheid; vochtigheid; volgzaamheid |
Getränk | nat; vloeistof; vocht | alcohol; drank; drinkbaar vocht; sterke drank |
Naß | nat; vloeistof; vocht | natheid; nattigheid; vochtigheid |
Nässe | nattigheid; vocht; vochtigheid | humiditeit; klamheid; natheid; nattigheid; vochtigheid |
Verwante woorden van "vocht":
Wiktionary: vocht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vocht | → Nässe; Feuchtigkeit | ↔ moisture — a moderate degree of wetness |
vechten:
-
vechten (knokken; bakkeleien; duelleren; kampen; matten)
streiten; schlagen; bekämpfen; sich duellieren; bestreiten; sich raufen; balgen; sich keilen-
sich duellieren werkwoord (duelliere mich, duellierst dich, duelliert sich, duellierte sich, duelliertet euch, sich duelliert)
-
sich raufen werkwoord (raufe mich, raufst dich, rauft sich, raufte sich, rauftet euch, sich gerauft)
-
sich keilen werkwoord (keile mich, keilst dich, keilt sich, keilte sich, keiltet euch, sich gekeilt)
-
vechten (strijd voeren; strijden; kampen)
-
vechten (matten; strijden; knokken)
kämpfen; streiten; sich prügeln-
sich prügeln werkwoord (prügele mich, prügelst dich, prügelt sich, prügelte sich, prügeltet euch, sich geprügelt)
Conjugations for vechten:
o.t.t.
- vecht
- vecht
- vecht
- vechten
- vechten
- vechten
o.v.t.
- vocht
- vocht
- vocht
- vochten
- vochten
- vochten
v.t.t.
- heb gevochten
- hebt gevochten
- heeft gevochten
- hebben gevochten
- hebben gevochten
- hebben gevochten
v.v.t.
- had gevochten
- had gevochten
- had gevochten
- hadden gevochten
- hadden gevochten
- hadden gevochten
o.t.t.t.
- zal vechten
- zult vechten
- zal vechten
- zullen vechten
- zullen vechten
- zullen vechten
o.v.t.t.
- zou vechten
- zou vechten
- zou vechten
- zouden vechten
- zouden vechten
- zouden vechten
diversen
- vecht!
- vecht!
- gevochten
- vechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vechten (strijden)
Vertaal Matrix voor vechten:
Synoniemen voor "vechten":
Verwante definities voor "vechten":
Wiktionary: vechten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vechten | → kämpfen | ↔ battle — (intransitive) to join in battle; to contend in fight |
• vechten | → streiten; fechten; kämpfen | ↔ fight — to contend in physical conflict |
• vechten | → durchbeißen; tun | ↔ struggle — to strive, to labour in difficulty, to fight |
• vechten | → kämpfen; streiten | ↔ batailler — livrer de petits combats. |
• vechten | → kämpfen; streiten | ↔ combattre — attaquer son ennemi, ou en soutenir l’attaque. |