Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verzwikken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzwikken (Nederlands) in het Duits

verzwikken:

verzwikken werkwoord (verzwik, verzwikt, verzwikte, verzwikten, verzwikt)

  1. verzwikken (verstuiken; ontwrichten; zwikken)
    verstauchen; verrenken; ausrenken
    • verstauchen werkwoord (verstauche, verstauchst, verstaucht, verstauchte, verstauchtet, verstaucht)
    • verrenken werkwoord (verrenke, verrenkst, verrenkt, verrenkte, verrenktet, verrenkt)
    • ausrenken werkwoord (renke aus, renkst aus, renkt aus, renkte aus, renktet aus, ausgerenkt)

Conjugations for verzwikken:

o.t.t.
  1. verzwik
  2. verzwikt
  3. verzwikt
  4. verzwikken
  5. verzwikken
  6. verzwikken
o.v.t.
  1. verzwikte
  2. verzwikte
  3. verzwikte
  4. verzwikten
  5. verzwikten
  6. verzwikten
v.t.t.
  1. heb verzwikt
  2. hebt verzwikt
  3. heeft verzwikt
  4. hebben verzwikt
  5. hebben verzwikt
  6. hebben verzwikt
v.v.t.
  1. had verzwikt
  2. had verzwikt
  3. had verzwikt
  4. hadden verzwikt
  5. hadden verzwikt
  6. hadden verzwikt
o.t.t.t.
  1. zal verzwikken
  2. zult verzwikken
  3. zal verzwikken
  4. zullen verzwikken
  5. zullen verzwikken
  6. zullen verzwikken
o.v.t.t.
  1. zou verzwikken
  2. zou verzwikken
  3. zou verzwikken
  4. zouden verzwikken
  5. zouden verzwikken
  6. zouden verzwikken
diversen
  1. verzwik!
  2. verzwikt!
  3. verzwikt
  4. verzwikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verzwikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausrenken ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken disloqueren; ontwrichten; uit het lid brengen
verrenken ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken disloqueren; hongeren; hongerlijden; ontwrichten; uit het lid brengen; verhongeren; verrekken
verstauchen ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken kneuzen

Wiktionary: verzwikken


Cross Translation:
FromToVia
verzwikken verrenken wrench — to sprain a joint