Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verzekeren:
-
Wiktionary:
- verzekeren → sichern, versichern, gewährleisten, sicherstellen, begünstigen, beschirmen, protektieren, schützen, beschützen, geloben, verheißen, versprechen, zusagen, ausführen, bestellen, erfüllen, leisten, bürgen, Gewähr leisten, haften, verbürgen, behaupten, bestätigen, vergewissern, beteuern, zusichern, beglaubigen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verzekeren (Nederlands) in het Duits
verzekeren:
-
verzekeren (garanderen; waarborgen; instaan voor; vast beloven)
sicherstellen; garantieren; gewährleisten-
sicherstellen werkwoord
-
gewährleisten werkwoord (gewährleiste, gewährleistest, gewährleistet, gewährleistete, gewährleistetet, gewährleistet)
-
-
verzekeren (vastmaken; vastleggen; bevestigen; verbinden; vastzetten; vastbinden)
befestigen; verankern; dokumentieren; festbinden; festmachen; festhalten; anlegen; heften; anbinden; anketten-
dokumentieren werkwoord (dokumentiere, dokumentierst, dokumentiert, dokumentierte, dokumentiertet, dokumentiert)
Conjugations for verzekeren:
o.t.t.
- verzeker
- verzekert
- verzekert
- verzekeren
- verzekeren
- verzekeren
o.v.t.
- verzekerde
- verzekerde
- verzekerde
- verzekerden
- verzekerden
- verzekerden
v.t.t.
- heb verzekerd
- hebt verzekerd
- heeft verzekerd
- hebben verzekerd
- hebben verzekerd
- hebben verzekerd
v.v.t.
- had verzekerd
- had verzekerd
- had verzekerd
- hadden verzekerd
- hadden verzekerd
- hadden verzekerd
o.t.t.t.
- zal verzekeren
- zult verzekeren
- zal verzekeren
- zullen verzekeren
- zullen verzekeren
- zullen verzekeren
o.v.t.t.
- zou verzekeren
- zou verzekeren
- zou verzekeren
- zouden verzekeren
- zouden verzekeren
- zouden verzekeren
diversen
- verzeker!
- verzekert!
- verzekerd
- verzekerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verzekeren:
Synoniemen voor "verzekeren":
Verwante definities voor "verzekeren":
Wiktionary: verzekeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzekeren | → sichern | ↔ assure — to make sure and secure |
• verzekeren | → versichern | ↔ assure — to give someone confidence in the trustworthiness of something |
• verzekeren | → gewährleisten; sicherstellen | ↔ ensure — make sure or certain |
• verzekeren | → sicherstellen | ↔ indemnify — To save harmless; to secure against loss or damage; to insure |
• verzekeren | → versichern | ↔ insure — to provide for compensation if some risk occurs |
• verzekeren | → begünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen; geloben; verheißen; versprechen; zusagen; ausführen; bestellen; erfüllen; leisten; bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen; behaupten; bestätigen; vergewissern; versichern; beteuern; zusichern; sicherstellen | ↔ assurer — rendre stable. |
• verzekeren | → bestätigen; versichern; zusichern; beglaubigen | ↔ certifier — Témoigner qu’une chose est vraie. |
Computer vertaling door derden: