Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verwijt:
- verwijten:
-
Wiktionary:
- verwijt → Vorwurf
- verwijt → Tadel
- verwijten → beschuldigen, verantwortlich machen, tadeln, schimpfen, ausschimpfen, schelten, ermahnen, verwarnen, verweisen, rügen, vorwerfen, Vorwürfe machen, brausen, sausen, zischen, bevorstehen, dräuhen, drohen, bedrohen, nehmen, wegnehmen, einnehmen, wiedererwerben, wiedererlangen, Vorwurf
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verwijt (Nederlands) in het Duits
verwijt:
-
het verwijt (kwalijk nemen)
-
het verwijt (terechtwijzing; reprimande; standje; berisping; lering; gisping)
Vertaal Matrix voor verwijt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Belehrung | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | |
Rüge | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; reprimande; standje; terechtwijzing |
Tadel | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; berispingen; berispingkjes; blaam; reprimande; reprimandes; schrobbering; standje; standjes; terechtwijzing; terechtwijzingen; uitbrander; vermaning; waarschuwing |
Verweis | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; reprimande; schrobbering; standje; terechtwijzing; uitbrander |
Verübeln | kwalijk nemen; verwijt | |
Zurechtweisung | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; reprimande; standje; terechtwijzing; vermaning; waarschuwing |
jemandem etwas übelnehmen | kwalijk nemen; verwijt |
verwijten:
-
verwijten (aanrekenen; beschuldigen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen)
vorwerfen; schätzen; verweisen; rügen; blamieren; entgegenhalten; nachtragen; vorhalten; tadeln; entnehmen; ermahnen; hinhalten; bestrafen; fortführen; schelten; verteufeln; verleumden; vorrücken; fortschaffen; wegschaffen; zurechtweisen; verketzern; hinterhertragen-
entgegenhalten werkwoord
-
fortschaffen werkwoord (schaffe fort, schaffst fort, schafft fort, schaffte fort, schafftet fort, fortgeschafft)
-
wegschaffen werkwoord (schaffe weg, schaffst weg, schafft weg, schaffte weg, schafftet weg, weggeschafft)
-
verketzern werkwoord
-
hinterhertragen werkwoord
Conjugations for verwijten:
o.t.t.
- verwijt
- verwijt
- verwijt
- verwijten
- verwijten
- verwijten
o.v.t.
- verweet
- verweet
- verweet
- verweten
- verweten
- verweten
v.t.t.
- heb verweten
- hebt verweten
- heeft verweten
- hebben verweten
- hebben verweten
- hebben verweten
v.v.t.
- had verweten
- had verweten
- had verweten
- hadden verweten
- hadden verweten
- hadden verweten
o.t.t.t.
- zal verwijten
- zult verwijten
- zal verwijten
- zullen verwijten
- zullen verwijten
- zullen verwijten
o.v.t.t.
- zou verwijten
- zou verwijten
- zou verwijten
- zouden verwijten
- zouden verwijten
- zouden verwijten
diversen
- verwijt!
- verwijt!
- verweten
- verwijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het verwijten
Vertaal Matrix voor verwijten:
Wiktionary: verwijten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwijten | → beschuldigen; verantwortlich machen | ↔ blame — place blame upon |
• verwijten | → tadeln; schimpfen; ausschimpfen; schelten | ↔ rebuke — to criticise harshly; to reprove |
• verwijten | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen; brausen; sausen; zischen; bevorstehen; dräuhen; drohen; bedrohen | ↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent. |
• verwijten | → nehmen; wegnehmen; einnehmen; wiedererwerben; wiedererlangen | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |
• verwijten | → schelten; vorwerfen; Vorwurf | ↔ reprocher — imputer la faute à quelqu’un, en l’blâmer, en lui faire des remontrances. |
• verwijten | → ermahnen; verwarnen; verweisen; rügen; schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen | ↔ réprimander — reprendre quelqu’un avec autorité, lui reprocher sa faute. |
• verwijten | → schelten; vorwerfen; Vorwürfe machen | ↔ sermonner — (familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos. |
Computer vertaling door derden: