Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verwekken (Nederlands) in het Duits
verwekken:
-
verwekken
Conjugations for verwekken:
o.t.t.
- verwek
- verwekt
- verwekt
- verwekken
- verwekken
- verwekken
o.v.t.
- verwekte
- verwekte
- verwekte
- verwekten
- verwekten
- verwekten
v.t.t.
- heb verwekt
- hebt verwekt
- heeft verwekt
- hebben verwekt
- hebben verwekt
- hebben verwekt
v.v.t.
- had verwekt
- had verwekt
- had verwekt
- hadden verwekt
- hadden verwekt
- hadden verwekt
o.t.t.t.
- zal verwekken
- zult verwekken
- zal verwekken
- zullen verwekken
- zullen verwekken
- zullen verwekken
o.v.t.t.
- zou verwekken
- zou verwekken
- zou verwekken
- zouden verwekken
- zouden verwekken
- zouden verwekken
diversen
- verwek!
- verwekt!
- verwekt
- verwekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verwekken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
erzeugen | verwekken | aankweken; aanplanten; fabriceren; fokken; genereren; in het leven roepen; kweken; maken; opkweken; planten; procreëren; produceren; scheppen; telen; totstandbrengen; verbouwen; vervaardigen; voortbrengen |
- | veroorzaken; wekken |