Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verweer:
- verweren:
-
Wiktionary:
- verweer → Apologie, Verteidigung, Interdikt, Verbot, Abwehr, Wehr
- verweren → behaupten, beschützen, verteidigen, abwehren, in Schutz nehmen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verweer (Nederlands) in het Duits
verweer:
-
het verweer (verweerschrift; bezwaar; verdedigingsakte; repliek)
Vertaal Matrix voor verweer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Verteidigungsschrift | bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift |
Wiktionary: verweer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verweer | → Apologie | ↔ apology — formal justification, defence |
• verweer | → Verteidigung | ↔ defence — anything employed to oppose attack |
• verweer | → Verteidigung | ↔ defense — anything employed to oppose attack |
• verweer | → Interdikt; Verbot; Abwehr; Wehr; Verteidigung | ↔ défense — Action de défendre |
verweer vorm van verweren:
-
verweren (verdedigen; afweren; weren)
-
verweren (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; afstemmen; terugwijzen; afketsen)
Conjugations for verweren:
o.t.t.
- verweer
- verweert
- verweert
- verweren
- verweren
- verweren
o.v.t.
- verweerde
- verweerde
- verweerde
- verweerden
- verweerden
- verweerden
v.t.t.
- heb verweerd
- hebt verweerd
- heeft verweerd
- hebben verweerd
- hebben verweerd
- hebben verweerd
v.v.t.
- had verweerd
- had verweerd
- had verweerd
- hadden verweerd
- hadden verweerd
- hadden verweerd
o.t.t.t.
- zal verweren
- zult verweren
- zal verweren
- zullen verweren
- zullen verweren
- zullen verweren
o.v.t.t.
- zou verweren
- zou verweren
- zou verweren
- zouden verweren
- zouden verweren
- zouden verweren
diversen
- verweer!
- verweert!
- verweerd
- verwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het verweren (verwering; erosie)
-
het verweren (verdedigen; weren; afweren)
Vertaal Matrix voor verweren:
Wiktionary: verweren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verweren | → behaupten; beschützen; verteidigen; abwehren; in Schutz nehmen | ↔ défendre — protéger une personne contre une attaque. |