Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vertegenwoordigen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vertegenwoordigen (Nederlands) in het Duits

vertegenwoordigen:

vertegenwoordigen werkwoord (vertegenwoordig, vertegenwoordigt, vertegenwoordigde, vertegenwoordigden, vertegenwoordigd)

  1. vertegenwoordigen
    vertreten
    • vertreten werkwoord (vertrete, vertrittst, vertritt, vertrat, vertratet, vertreten)

Conjugations for vertegenwoordigen:

o.t.t.
  1. vertegenwoordig
  2. vertegenwoordigt
  3. vertegenwoordigt
  4. vertegenwoordigen
  5. vertegenwoordigen
  6. vertegenwoordigen
o.v.t.
  1. vertegenwoordigde
  2. vertegenwoordigde
  3. vertegenwoordigde
  4. vertegenwoordigden
  5. vertegenwoordigden
  6. vertegenwoordigden
v.t.t.
  1. heb vertegenwoordigd
  2. hebt vertegenwoordigd
  3. heeft vertegenwoordigd
  4. hebben vertegenwoordigd
  5. hebben vertegenwoordigd
  6. hebben vertegenwoordigd
v.v.t.
  1. had vertegenwoordigd
  2. had vertegenwoordigd
  3. had vertegenwoordigd
  4. hadden vertegenwoordigd
  5. hadden vertegenwoordigd
  6. hadden vertegenwoordigd
o.t.t.t.
  1. zal vertegenwoordigen
  2. zult vertegenwoordigen
  3. zal vertegenwoordigen
  4. zullen vertegenwoordigen
  5. zullen vertegenwoordigen
  6. zullen vertegenwoordigen
o.v.t.t.
  1. zou vertegenwoordigen
  2. zou vertegenwoordigen
  3. zou vertegenwoordigen
  4. zouden vertegenwoordigen
  5. zouden vertegenwoordigen
  6. zouden vertegenwoordigen
diversen
  1. vertegenwoordig!
  2. vertegenwoordigt!
  3. vertegenwoordigd
  4. vertegenwoordigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vertegenwoordigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertreten vertegenwoordigen aflossen; invallen; invallen voor iemand; remplaceren; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; vernieuwen; vervangen; verwisselen; zich vertreden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertreten doorgesleten; uitgesleten

Wiktionary: vertegenwoordigen

vertegenwoordigen
verb
  1. (overgankelijk) spreken of aanwezig zijn in naam van een groep of organisatie

Cross Translation:
FromToVia
vertegenwoordigen darstellen; repräsentieren represent — to stand in the place of
vertegenwoordigen abbilden; repräsentieren; vertreten; vorstellen; beschreiben; spielen; ausdrücken; zum Ausdruck bringen représenterprésenter de nouveau.