Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vertakken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vertakken (Nederlands) in het Duits

vertakken:

vertakken werkwoord (vertak, vertakt, vertakte, vertakten, vertakt)

  1. vertakken (aftakken)
    abzweigen
    • abzweigen werkwoord (zweige ab, zweigst ab, zweigt ab, zweigte ab, zweigtet ab, abgezweigt)

Conjugations for vertakken:

o.t.t.
  1. vertak
  2. vertakt
  3. vertakt
  4. vertakken
  5. vertakken
  6. vertakken
o.v.t.
  1. vertakte
  2. vertakte
  3. vertakte
  4. vertakten
  5. vertakten
  6. vertakten
v.t.t.
  1. heb vertakt
  2. hebt vertakt
  3. heeft vertakt
  4. hebben vertakt
  5. hebben vertakt
  6. hebben vertakt
v.v.t.
  1. had vertakt
  2. had vertakt
  3. had vertakt
  4. hadden vertakt
  5. hadden vertakt
  6. hadden vertakt
o.t.t.t.
  1. zal vertakken
  2. zult vertakken
  3. zal vertakken
  4. zullen vertakken
  5. zullen vertakken
  6. zullen vertakken
o.v.t.t.
  1. zou vertakken
  2. zou vertakken
  3. zou vertakken
  4. zouden vertakken
  5. zouden vertakken
  6. zouden vertakken
diversen
  1. vertak!
  2. vertakt!
  3. vertakt
  4. vertakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vertakken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vertakken (aftakken)
    Abzweigen

Vertaal Matrix voor vertakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abzweigen aftakken; vertakken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abzweigen aftakken; vertakken