Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verstrooien:
  2. verstrooid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstrooien (Nederlands) in het Duits

verstrooien:

verstrooien werkwoord

  1. verstrooien (rondstrooien; verspreiden; verdeler; )
    verteilen; ausstreichen; streuen; ausstreuen; ausreiben; aussäen
    • verteilen werkwoord (verteile, verteilst, verteilt, verteilte, verteiltet, verteilt)
    • ausstreichen werkwoord (streiche aus, streichst aus, streicht aus, strich aus, stricht aus, ausgestrichen)
    • streuen werkwoord (streue, streust, streut, streute, streutet, gestreut)
    • ausstreuen werkwoord (streue aus, streust aus, streut aus, streute aus, streutet aus, ausgestreut)
    • ausreiben werkwoord (reibe aus, reibst aus, reibt aus, reibte aus, reibtet aus, ausgereibt)
    • aussäen werkwoord (säe aus, säst aus, sät aus, säte aus, sätet aus, ausgesät)

Vertaal Matrix voor verstrooien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausreiben rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien uitwrijven
ausstreichen rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; uitsmeren; vereffenen
ausstreuen rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien bezaaien; een boodschap uitdragen; inzaaien; uitdragen; uitstrooien; uitzaaien; verkondigen; zaaien
aussäen rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien bezaaien; een boodschap uitdragen; inzaaien; uitdragen; uitstrooien; uitzaaien; verkondigen; zaaien
streuen rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien bezaaien; inzaaien; zaaien
verteilen rondstrooien; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien distribueren; doorgeven; onderverdelen; rantsoeneren; ronddelen; rondgeven; rondreiken; spreiden; trakteren; uitdelen; uitreiken; verdelen

Wiktionary: verstrooien


Cross Translation:
FromToVia
verstrooien zerstreuen scatter — to cause to separate
verstrooien streuen scatter — to distribute loosely
verstrooien vergeuden; verschwenden; auseinanderjagen dissiperdétruire en disperser.
verstrooien zerstreuen; ablenken; unterhalten distrairedétourner de quelque application.
verstrooien punktieren; ausschütten; streuen; verschütten; zerstreuen parsemersemer ou jeter çà et là ; répandre.

verstrooien vorm van verstrooid:

verstrooid bijvoeglijk naamwoord

  1. verstrooid (verspreid)
    verspreitet

Vertaal Matrix voor verstrooid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verspreitet verspreid; verstrooid

Verwante woorden van "verstrooid":


Wiktionary: verstrooid

verstrooid
adjective
  1. geestelijk afgeleid

Cross Translation:
FromToVia
verstrooid abwesend absent — inattentive

Computer vertaling door derden: