Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstijven (Nederlands) in het Duits

verstijven:

verstijven werkwoord (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)

  1. verstijven (verstarren; verstenen)
    erstarren; erfrieren; erhärten; verhärten; versteifen; erlahmen; verstocken; eindicken; stillstehen; versteinern; steif werden
    • erstarren werkwoord
    • erfrieren werkwoord (erfriere, erfrierst, erfriert, erfror, erfrort, erfroren)
    • erhärten werkwoord (erhärte, erhärtest, erhärtet, erhärtete, erhärtetet, erhärtet)
    • verhärten werkwoord (verhärte, verhärtst, verhärtt, verhärtte, verhärttet, verhärtet)
    • versteifen werkwoord (versteife, versteifst, versteift, versteifte, versteiftet, versteift)
    • erlahmen werkwoord (erlahme, erlahmst, erlahmt, erlahmte, erlahmtet, erlahmt)
    • verstocken werkwoord (verstocke, verstockst, verstockt, verstockte, verstocktet, verstockt)
    • eindicken werkwoord (dicke ein, dickst ein, dickt ein, dickte ein, dicktet ein, eingedickt)
    • stillstehen werkwoord (stehe still, stehst still, steht still, stand still, standet still, stillgestand)
    • versteinern werkwoord (versteinere, versteinerst, versteinert, versteinerte, versteinertet, versteinert)
    • steif werden werkwoord
  2. verstijven (door afgrijzen bevangen worden; ijzen)
    schaudern; vor Angst schlottern

Conjugations for verstijven:

o.t.t.
  1. verstijf
  2. verstijft
  3. verstijft
  4. verstijven
  5. verstijven
  6. verstijven
o.v.t.
  1. verstijfde
  2. verstijfde
  3. verstijfde
  4. verstijfden
  5. verstijfden
  6. verstijfden
v.t.t.
  1. heb verstijfd
  2. hebt verstijfd
  3. heeft verstijfd
  4. hebben verstijfd
  5. hebben verstijfd
  6. hebben verstijfd
v.v.t.
  1. had verstijfd
  2. had verstijfd
  3. had verstijfd
  4. hadden verstijfd
  5. hadden verstijfd
  6. hadden verstijfd
o.t.t.t.
  1. zal verstijven
  2. zult verstijven
  3. zal verstijven
  4. zullen verstijven
  5. zullen verstijven
  6. zullen verstijven
o.v.t.t.
  1. zou verstijven
  2. zou verstijven
  3. zou verstijven
  4. zouden verstijven
  5. zouden verstijven
  6. zouden verstijven
diversen
  1. verstijf!
  2. verstijft!
  3. verstijfd
  4. verstijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verstijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eindicken verstarren; verstenen; verstijven dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; indikken; stijf maken; stijven; stollen; verdikken
erfrieren verstarren; verstenen; verstijven bevriezen; doodvriezen; tot ijs worden; vriezen
erhärten verstarren; verstenen; verstijven hard worden; verharden
erlahmen verstarren; verstenen; verstijven aan kracht inboeten; mank worden; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
erstarren verstarren; verstenen; verstijven bevriezen; stokstijf staan; tot ijs worden; verkleumen
schaudern door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven bibberen; griezelen; gruwelen; gruwen; klappertanden; kleumen; koulijden
steif werden verstarren; verstenen; verstijven opstijven; stijf worden; stremmen
stillstehen verstarren; verstenen; verstijven stil staan; stilstaan; tot stilstand komen
verhärten verstarren; verstenen; verstijven harden; stalen; uitharden
versteifen verstarren; verstenen; verstijven stijf maken; stijven; strak maken
versteinern verstarren; verstenen; verstijven tot steen worden; verstenen
verstocken verstarren; verstenen; verstijven
vor Angst schlottern door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven

Wiktionary: verstijven

verstijven
verb
  1. stijf worden

Cross Translation:
FromToVia
verstijven erstarren freeze — become motionless