Nederlands
Uitgebreide vertaling voor versmallen (Nederlands) in het Duits
versmallen:
-
versmallen (vernauwen)
verschmälern; verengen; engermachen; sich verengen-
verschmälern werkwoord (verschmälere, verschmälerst, verschmälert, verschmälerte, verschmälertet, verschmälert)
-
engermachen werkwoord
-
sich verengen werkwoord (verenge mich, verengst dich, verengt sich, verengte sich, verengtet euch, sich verengt)
-
Conjugations for versmallen:
o.t.t.
- versmal
- versmalt
- versmalt
- versmallen
- versmallen
- versmallen
o.v.t.
- versmalde
- versmalde
- versmalde
- versmalden
- versmalden
- versmalden
v.t.t.
- heb versmald
- hebt versmald
- heeft versmald
- hebben versmald
- hebben versmald
- hebben versmald
v.v.t.
- had versmald
- had versmald
- had versmald
- hadden versmald
- hadden versmald
- hadden versmald
o.t.t.t.
- zal versmallen
- zult versmallen
- zal versmallen
- zullen versmallen
- zullen versmallen
- zullen versmallen
o.v.t.t.
- zou versmallen
- zou versmallen
- zou versmallen
- zouden versmallen
- zouden versmallen
- zouden versmallen
diversen
- versmal!
- versmalt!
- versmald
- versmallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor versmallen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
engermachen | vernauwen; versmallen | |
sich verengen | vernauwen; versmallen | |
verengen | vernauwen; versmallen | |
verschmälern | vernauwen; versmallen |
Wiktionary: versmallen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• versmallen | → verschmälern | ↔ taper — To make thinner or narrower at one end. |