Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verslag uitbrengen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verslag uitbrengen (Nederlands) in het Duits

verslag uitbrengen:

verslag uitbrengen werkwoord (breng verslag uit, brengt verslag uit, bracht verslag uit, brachten verslag uit, verslag uitgebracht)

  1. verslag uitbrengen (rapporteren; melden; berichten; meedelen; informeren)
    melden; berichten; mitteilen; erläutern; meldungmachen; wiedergeben; sagen
    • melden werkwoord (melde, meldst, meldt, meldte, meldtet, gemeldet)
    • berichten werkwoord (berichte, berichtest, berichtet, berichtete, berichtetet, berichtet)
    • mitteilen werkwoord (teile mit, teilst mit, teilt mit, teilte mit, teiltet mit, mitgeteilt)
    • erläutern werkwoord (erläutere, erläuterst, erläutert, erläuterte, erläutertet, erläutert)
    • meldungmachen werkwoord
    • wiedergeben werkwoord (gebe wieder, gibst wieder, gibt wieder, gab wieder, gabt wieder, wiedergegeben)
    • sagen werkwoord (sage, sagst, sagt, sagte, sagtet, gesagt)

Conjugations for verslag uitbrengen:

o.t.t.
  1. breng verslag uit
  2. brengt verslag uit
  3. brengt verslag uit
  4. brengen verslag uit
  5. brengen verslag uit
  6. brengen verslag uit
o.v.t.
  1. bracht verslag uit
  2. bracht verslag uit
  3. bracht verslag uit
  4. brachten verslag uit
  5. brachten verslag uit
  6. brachten verslag uit
v.t.t.
  1. heb verslag uitgebracht
  2. hebt verslag uitgebracht
  3. heeft verslag uitgebracht
  4. hebben verslag uitgebracht
  5. hebben verslag uitgebracht
  6. hebben verslag uitgebracht
v.v.t.
  1. had verslag uitgebracht
  2. had verslag uitgebracht
  3. had verslag uitgebracht
  4. hadden verslag uitgebracht
  5. hadden verslag uitgebracht
  6. hadden verslag uitgebracht
o.t.t.t.
  1. zal verslag uitbrengen
  2. zult verslag uitbrengen
  3. zal verslag uitbrengen
  4. zullen verslag uitbrengen
  5. zullen verslag uitbrengen
  6. zullen verslag uitbrengen
o.v.t.t.
  1. zou verslag uitbrengen
  2. zou verslag uitbrengen
  3. zou verslag uitbrengen
  4. zouden verslag uitbrengen
  5. zouden verslag uitbrengen
  6. zouden verslag uitbrengen
diversen
  1. breng verslag uit!
  2. brengt verslag uit!
  3. verslag uitgebracht
  4. verslag uitbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verslag uitbrengen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berichten berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; wauwelen; zwammen
erläutern berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen begrijpelijk maken; nader verklaren; ontvouwen; ophelderen; opklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verklaren
melden berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen aangeven; berichten; declareren; erbij zeggen; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; noemen; verhaal vertellen; verhalen; vermelden; vertellen; zich aandienen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven; zich voordoen
meldungmachen berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
mitteilen berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen berichten; beschrijven; erbij zeggen; iets melden; informeren; inlichten; klikken; mededelen; noemen; op de hoogte brengen; tippen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; van iets in kennis stellen; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verklikken; verlinken; vermelden; verraden; vertellen; vertolken; verwittigen; verwoorden; waarschuwen; zeggen
sagen berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen babbelen; communiceren; converseren; een conversatie hebben; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; naar voren brengen; opmerken; praten; snateren; spreken; ter sprake brengen; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; verwoorden; wauwelen; zeggen; zwammen
wiedergeben berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen afspelen; beschrijven; navertellen; restitueren; uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; weergeven

Wiktionary: verslag uitbrengen


Cross Translation:
FromToVia
verslag uitbrengen angeben; berichten; melden; rapportieren; referieren rapporterapporter une chose, la remettre au lieu où elle était.

Verwante vertalingen van verslag uitbrengen