Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verschalken:
-
Wiktionary:
- verschalken → verarschen
- verschalken → reinlegen, überlisten, übers Ohr hauen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verschalken (Nederlands) in het Duits
verschalken:
Conjugations for verschalken:
o.t.t.
- verschalk
- verschalkt
- verschalkt
- verschalken
- verschalken
- verschalken
o.v.t.
- verschalkte
- verschalkte
- verschalkte
- verschalkten
- verschalkten
- verschalkten
v.t.t.
- heb verschalkt
- hebt verschalkt
- heeft verschalkt
- hebben verschalkt
- hebben verschalkt
- hebben verschalkt
v.v.t.
- had verschalkt
- had verschalkt
- had verschalkt
- hadden verschalkt
- hadden verschalkt
- hadden verschalkt
o.t.t.t.
- zal verschalken
- zult verschalken
- zal verschalken
- zullen verschalken
- zullen verschalken
- zullen verschalken
o.v.t.t.
- zou verschalken
- zou verschalken
- zou verschalken
- zouden verschalken
- zouden verschalken
- zouden verschalken
diversen
- verschalk!
- verschalkt!
- verschalkt
- verschalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verschalken:
Wiktionary: verschalken
verschalken
Cross Translation:
verb
-
(transitiv); salopp: jemandem zu seinem eigenen Vorteil beziehungsweise zur allgemeinen Belustigung eine Unwahrheit erzählen, sich über jemanden lustig machen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verschalken | → reinlegen; überlisten; übers Ohr hauen | ↔ duper — Prendre pour dupe, tromper. |