Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verloftijd (Nederlands) in het Duits
verloftijd:
-
de verloftijd (vakantie; verlof; snipperdag; verlofjaar)
die Ferien; der Urlaub; der Studienurlaub; die Urlaubszeit; die Erlaubnis; der Erlaubnisschein; der Wahlurlaubstag; die Erholung; der Bildungsurlaub
Vertaal Matrix voor verloftijd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bildungsurlaub | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | studieverlof; vormingsverlof |
Erholung | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | geruststelling; kalmering; onderbreking; ontspanning; pauze; recreatie; rustpauze; tussenpoos; verpozing; verstrooiing; vrijetijdsbesteding |
Erlaubnis | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | accoord; akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; licentie; permissie; toestemming; vergunning |
Erlaubnisschein | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | schriftelijke toestemming |
Ferien | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | |
Studienurlaub | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | studieverlof |
Urlaub | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | vakantie |
Urlaubszeit | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd | reisseizoen; vakantietijd |
Wahlurlaubstag | snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd |