Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verleden:
-
Wiktionary:
- verleden → Vergangenheit
- verleden → Vergangenheit, vergangen, welk, vorig, Vorder-, vordere, vorherig, vorhergehend, vorangegangen
-
Gebruikers suggesties voor verleden:
- vergangenen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verleden (Nederlands) in het Duits
verleden:
-
het verleden
die Vergangenheit
Vertaal Matrix voor verleden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Vergangenheit | verleden | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | vorig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vorig | afgelopen; verleden; vorig | ex; geweest; gewezen; inleidend; jongstleden; toenmalig; voorafgaand; voorgaand; voorheen; voormalig; voormalige; vooropgaand; vooruitgaand; vorige; vroeger; vroegere |
Synoniemen voor "verleden":
Antoniemen van "verleden":
Verwante definities voor "verleden":
Wiktionary: verleden
verleden
Cross Translation:
noun
-
de voorafgaande tijd
- verleden → Vergangenheit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verleden | → Vergangenheit | ↔ past — period of time that has already happened |
• verleden | → Vergangenheit | ↔ passé — Le temps écoulé |
• verleden | → vergangen; welk; vorig | ↔ passé — Qui est périmé. |
• verleden | → vorig; Vorder-; vordere; vorherig; vorhergehend; vorangegangen | ↔ précédent — Qui précéder, qui est immédiatement avant, en parlant ordinairement par rapport au temps. |