Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verlaten:
-
Wiktionary:
- verlaten → verlassen, aufgeben, empfehlen, verspäten
- verlaten → herrenlos, verlassen, im Stich lassen, den Laufpass geben, verworfen, gottlos, erklären, entsagen, verzichten, entäußern, fortlassen, überlassen, unterlassen, abtreten, nachgeben, weichen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen, öde, wüst, verödet, unbewohnt, liefern, weggeben, fortgeben, hingeben, preisgeben, ergeben, angeben, anzeigen, denunzieren, hinterbringen, anschwärzen, eine Anzeige wegen … machen, allein, alleinig, bloß, einzig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verlaten (Nederlands) in het Duits
verlaten:
-
verlaten (heengaan; vertrekken)
weggehen; austreten; fortgehen; ausscheiden-
ausscheiden werkwoord (scheide aus, scheidest aus, scheidet aus, scheidete aus, scheidetet aus, asugescheidet)
-
verlaten (afreizen; wegtrekken; heengaan; verdwijnen; wegreizen)
-
verlaten (in de steek laten)
Conjugations for verlaten:
o.t.t.
- verlaat
- verlaat
- verlaat
- verlaten
- verlaten
- verlaten
o.v.t.
- verliet
- verliet
- verliet
- verlieten
- verlieten
- verlieten
v.t.t.
- heb verlaten
- hebt verlaten
- heeft verlaten
- hebben verlaten
- hebben verlaten
- hebben verlaten
v.v.t.
- had verlaten
- had verlaten
- had verlaten
- hadden verlaten
- hadden verlaten
- hadden verlaten
o.t.t.t.
- zal verlaten
- zult verlaten
- zal verlaten
- zullen verlaten
- zullen verlaten
- zullen verlaten
o.v.t.t.
- zou verlaten
- zou verlaten
- zou verlaten
- zouden verlaten
- zouden verlaten
- zouden verlaten
diversen
- verlaat!
- verlaat!
- verlaten
- verlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verlaten (desolaat; eenzaam; afgezonderd)
-
het verlaten
Vertaal Matrix voor verlaten:
Verwante woorden van "verlaten":
Verwante definities voor "verlaten":
Wiktionary: verlaten
verlaten
Cross Translation:
verb
verlaten
verb
-
(reflexiv) geh.|: zum Abschied zunächst einige Worte (förmlich) an jemanden richten um sich anschließend von diesem zu entfernen, fortzugehen
-
einen Ort verlassen: weggehen, sich entfernen
-
reflexiv: zu spät kommen, mit Verzögerung eintreffen
Cross Translation: